- Vertrouwen hebben in mezelf en anderen.
- Mijn kind op een positieve manier begeleiden.
- Bij mezelf komen.
- Omgaan met een moeilijke interactie.
- Zorgdragen voor mezelf.
- Faalangst.
- Creativiteit oproepen.
- Tot acties komen.
- Een beslissing nemen.
- Grenzen stellen.
- Keuzes maken.
- Omgaan met gevoelens ( onzekerheid, paniek, angst, minderwaardigheid).
- Omgaan met een conflict.
- Mezelf open stellen, kwetsbaar op durven stellen.
- Hulp vragen, accepteren.
- Samenwerken met personen die het tegenovergestelde zijn